Wat betekent IP-bescherming?
Bescherming tegen binnendringen van vaste stoffen en vloeistoffen
De IP-classificatie staat voor Ingress Protection. Soms wordt ook de term International Protection gebruikt. Deze classificatie geeft de mate van bescherming aan die een behuizing biedt tegen zowel vaste stoffen als vloeistoffen. Elektrische apparaten kunnen defect raken of sneller slijten wanneer stof of water binnendringt. Daarom is de IP-classificatie een belangrijk criterium bij de aankoop van een product dat bepaalt in welke omgevingen een product veilig gebruikt kan worden.
Twee cijfers

De IP-classificatie bestaat uit twee cijfers die elk een bepaald beschermingsniveau aangeven.
Het eerste cijfer geeft de mate van bescherming tegen stof en vaste voorwerpen aan. De waarde varieert van 0 (geen bescherming) tot 6 (maximale bescherming).
Het tweede cijfer geeft de mate van bescherming tegen water en andere vloeistoffen aan. De waarde varieert van 0 (geen bescherming) tot 8 (bescherming tegen hete, hogedrukwaterstralen vanuit verschillende richtingen).
IP-classificatie van Sentera-producten
De producten van Sentera zijn verkrijgbaar in behuizingen met verschillende IP-classificaties, afhankelijk van het productgamma en de vereiste specificaties. Raadpleeg de productspecificaties voor meer informatie over de beschikbare modellen. Hieronder vindt u een overzicht van de beschikbare IP-classificaties van onze producten.
- IP20-behuizingen bieden enige bescherming tegen accidenteel contact met handen of vingers, maar geen bescherming tegen het binnendringen van stof, water of andere vloeistoffen in de behuizing van het product. Deze apparaten zijn ontworpen om te worden geïnstalleerd in een elektrische kast met voldoende ventilatie- en koelmogelijkheden.
- IP30-behuizingen beschermen tegen contact met handen, vingers en kleinere voorwerpen (zoals een schroevendraaier). Ze bieden geen bescherming tegen het binnendringen van stof, water of andere vloeistoffen. Deze apparaten zijn bedoeld voor toepassingen binnenshuis.
- IP44-behuizingen beschermen tegen contact met deeltjes of vaste objecten met een diameter van minimaal 1,0 mm. Ze beschermen het apparaat ook tegen spatten, besproeiing en vallende waterdruppels. Deze apparaten zijn ontworpen voor toepassingen binnenshuis.
- IP54-behuizingen bieden bescherming tegen het binnendringen van stof, in die mate dat alles wat mogelijk schadelijk zou kunnen zijn voor de werking van het apparaat wordt tegengehouden. Daarnaast kan de behuizing waterspatten uit verschillende richtingen weerstaan (maar geen waterstralen). Deze apparaten zijn ontworpen voor toepassingen in ruwere omgevingen. Wel dienen ze te worden beschermd tegen regendruppels en direct zonlicht met een afdekking.
- IP65-behuizingen zijn volledig stofdicht en bieden bescherming tegen waterstralen vanuit elke richting. Deze apparaten zijn ontworpen voor toepassingen buitenshuis.
- IP66-behuizingen zijn volledig stofdicht – geen enkel vast materiaal kan binnendringen. Ze beschermen tegen krachtige waterstralen die vanuit elke richting op het apparaat worden gericht. Deze apparaten zijn ontworpen voor veeleisende buitentoepassingen.
- IP67-behuizingen zijn volledig stofdicht – geen enkel vast materiaal kan binnendringen. Daarnaast beschermen ze het apparaat tegen tijdelijke onderdompeling in water. Deze apparaten zijn ontworpen voor veeleisende buitentoepassingen, en zijn bijzonder geschikt voor industriële of agrarische omgevingen.
Het vereiste IP-beschermingsniveau hangt af van de toepassing en de omstandigheden waaraan het Sentera-apparaat wordt blootgesteld. Voor sommige toepassingen kunnen lokale regelgeving of veiligheidsnormen van toepassing zijn. Wanneer u twijfelt, is het raadzaam advies in te winnen en te kiezen voor een hogere IP-classificatie.
Geschiedenis van het IP-classificatiesysteem
De International Electrotechnical Commission (IEC) ontwikkelde de IP-code, die werd vastgelegd in de internationale norm IEC 60529. Deze norm werd opgesteld door het IEC Technical Committee 70 in 1976 en voor het laatst herzien in 2019. De standaard is van toepassing op alle elektrische apparatuur met een nominale spanning van niet meer dan 72.500 V. De reden voor het ontstaan van deze standaard was dat er destijds meerdere classificatiesystemen in gebruik waren. De commissie wilde één universeel systeem creëren – en dat is met succes gerealiseerd.
