Hoe een CO2-sensor (her)kalibreren?
Vrijwel alle gassensoren vertonen na verloop van tijd enige vorm van drift, ook CO2-sensoren. De mate van drift hangt deels af van de kwaliteit van de gebruikte componenten en het ontwerp. Maar zelfs met goede componenten en een uitstekend ontwerp kan er nog steeds een kleine afwijking optreden in de CO2-sensor. Dit kan uiteindelijk leiden tot de noodzaak om de sensor te herkalibreren. Dat handmatige kalibratieproces is eenvoudig, maar tijdrovend, en kan daardoor duur worden als het vaak moet gebeuren. Dankzij het intelligente kalibratie-algoritme in de CO2-sensoren van Sentera wordt de levensduur verlengd en kunnen aanzienlijke (onderhouds)kosten worden bespaard.
Onderhoudsvrije CO2-sensoren
In normale omgevingen zijn de CO2-sensoren van Sentera onderhoudsvrij omdat ze beschikken over een ingebouwd, zelfcorrigerend ABC-algoritme. ABC staat voor "Automatic Baseline Correction" of automatische basislijncorrectie. Dankzij dit algoritme hoeven Sentera CO2-sensoren niet handmatig gekalibreerd te worden, ze kalibreren zichzelf automatisch zodra ze zijn geïnstalleerd. Dit lost een van de grootste problemen rond CO2-meting op: sensordrift en het routinematig onderhoud voor herkalibratie. Wordt de sensor echter gebruikt in een omgeving waar hij zelden of nooit buitenluchtwaarden van CO2 kan meten, dan moet dit algoritme gedeactiveerd worden. Dat kan via Modbus holdingregister 40. In dat geval is wel handmatige herkalibratie van de sensor nodig.
Zelfkalibrerend algoritme
De microprocessor in de sensor onthoudt de laagste CO2-concentratie die zich voordeed in de afgelopen 24 uur. Dit wordt verondersteld overeen te komen met het CO2-niveau van de buitenlucht (de basislijn). De sensor is slim genoeg om incidenteel hoge CO2-waarden, bijvoorbeeld bij 24-uursgebruik van een ruimte, buiten beschouwing te laten. Zodra de sensor 14 minimumwaarden heeft verzameld, voert hij een statistische zelfanalyse uit. Indien daaruit blijkt dat er sprake is van drift, wordt een kleine correctiefactor toegepast om de kalibratie aan te passen of de basislijn te corrigeren.
Het zelfkalibrerende algoritme is ontworpen voor toepassingen waarbij ruimten minstens 4 uur per dag onbenut zijn, zodat de binnenlucht weer tot normale buitenluchtwaarden kan dalen. De sensor werkt nauwkeurig zolang hij minstens eenmaal per week gedurende enkele uren een buitenluchtwaarde (ongeveer 400 ppm) kan meten.
Handmatige herkalibratie
Zoals eerder vermeld, zorgt het ABC-logaritme meestal automatisch voor de herkalibratie. Er zijn echter uitzonderlijke situaties waarbij het CO2-niveau gedurende een periode van 24 uur niet onder de 400 ppm zakt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn in kantoren waar nachtwachten aanwezig zijn, ziekenhuiskamers of politiebureaus.
Het proces is relatief eenvoudig, maar tijdrovend. Als automatische herkalibratie is uitgeschakeld, moet de CO2-sensor af en toe handmatig worden hergekalibreerd. Hoe vaker de sensor wordt gekalibreerd, hoe nauwkeuriger de metingen zullen zijn.
De eerste methode is eenvoudigweg een raam openen totdat u zeker weet dat de CO2-concentratie is teruggevallen naar het buitenluchtniveau. Enkele uren zouden hiervoor voldoende moeten zijn. Schakel vervolgens de automatische herkalibratie in. Schakel deze weer uit na enkele uren. Als de eerste methode niet mogelijk of niet betrouwbaar is, demonteer dan de sensor en plaats deze in een andere ruimte of omgeving waar de sensor CO2-concentraties kan meten die overeenkomen met het buitenluchtniveau. Schakel daar de automatische herkalibratie in en plaats de sensor na de kalibratie terug op zijn oorspronkelijke plaats.